21 - De relatie met Urk en Overijssel: animositeit en afhankelijkheid
De Noordoostpolder grenst aan Friesland en Overijssel. De grens met Overijssel is bijna vier keer zo lang als die met Friesland. Bovendien ligt Zwolle, de hoofdstad van Overijssel, relatief dicht bij de Noordoostpolder. Ook belangrijke Overijsselse steden als Kampen en Steenwijk liggen in de buurt. Ook werd de polder vanuit Zwolle en Kampen in cultuur gebracht. Het is dus niet zo vreemd dat de Noordoostpolder zich een tijdlang vooral op Overijssel oriënteerde. Van 1962 tot 1986 maakte de polder zelfs deel uit van deze provincie. Het Noord-Hollandse Urk grensde na het droogvallen aan de nieuwe polder. Het voormalige eiland werd in 1950 overgeheveld naar Overijssel.
De Zuiderzeekust van Overijssel
De oude haven van Vollenhove
Bestond de Vollenhover vloot in 1930 nog uit 64 schepen, in 1939 waren het er nog maar 43. Na het droogvallen van de Noordoostpolder zette de neergang van de visserij door. In september 1971 hield de laatste Vollenhover visser er mee op.
Ook Kuinre werd door de aanleg van de Noordoostpolder afgesneden van het IJsselmeer. Het stadje lag eeuwenlang aan de monding van de Linde en de Tjonger, waardoor dit deel van het IJsselmeer ook druk bevaren was. Sinds 1940 liggen haven en aanlegsteigers van Kuinre op het droge. Het feit dat de Noordoostpolder aan de oostkant geen randmeren heeft (met uitzondering van het kleine Vollenhovermeer en Kadoelermeer) wordt tegenwoordig gezien als een planologische fout. Het landbouwgebied langs de voormalige Zuiderzeekust had namelijk veel te lijden van het dalen van het grondwaterpeil en de inklinking van de grond. Het Rijk betaalde schadevergoedingen aan de gedupeerde boeren op het oude land.
Beheer en bestuur
Sociaal-economische relaties
Relaties met Urk
Landdrost S. Smeding weigerde bijvoorbeeld in te gaan op het verzoek van de Urker burgemeester G. Keijzer om ten behoeve van woningbouw stukken poldergrond aan Urk af te staan. Volgens Keijzer zag de landdrost Urk ‘als een ongewenscht onderdeel van den N.O. Polder’, dat hij liever aan zijn eigen lot overliet. Uiteindelijk ging Smeding toch akkoord met de overdracht van honderd hectare poldergrond aan Urk.
Provinciale herindelingen
In de jaren zeventig werd gesproken over de vorming van een polderprovincie. J.C.J. Lammers, landdrost van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, probeerde Urk en Noordoostpolder bij deze plannen te betrekken. Aanvankelijk hielden beide gemeenten de boot af. Begin 1982 liet minister van Binnenlandse Zaken E. van Thijn echter weten dat hij bereid was mee te werken aan de totstandkoming van een polderprovincie (zie ook venster 29).
Provincie Flevoland
R.S. Hofstee Holtrop, de burgemeester van de Noordoostpolder, was enthousiast over een provincie Flevoland. Hij slaagde erin de gemeenteraad achter zich te krijgen. Op Urk waren er grote aarzelingen, maar het gemeentebestuur realiseerde zich dat het lot van Urk sterk was verbonden met dat van de Noordoostpolder. Vandaar dat ook de Urkers bereid waren de overstap naar Flevoland te wagen. In 1986 werden de Noordoostpolder en Urk bij de twaalfde provincie ingedeeld.